Mijn principes

Als ik moet kiezen ga ik liever voor de langzame weg die langer stand houdt dan de snelle route waarbij dingen vergeten worden en later gaten blijken te zijn gevallen. Dat betekent dat de training wordt opgedeeld in behapbare stapjes voor het paard (en mens), zo klein als nodig en zo groot als mogelijk. Soms is het nodig aan iets totaal anders te werken dan wat het probleem lijkt te zijn.

Ik werk het liefst met zo min mogelijk stress, maar ik vind het ook belangrijk dat een paard (en mens…) leert omgaan met stress. Stressvolle situaties zijn niet altijd te ontwijken, maar je ‘gewone’ training zou zeker geen stressvolle situatie moeten zijn. Eerst zoeken we een punt van rust en vertrouwen, waarna we langzaam en voorzichtig de grenzen kunnen verleggen.

Ik doe niet aan half werk: er is een punt dat iets goed genoeg is, maar nog niet opgelost. Dat is niet een stabiel punt, ook al is het verleidelijk daar te stoppen. Bijvoorbeeld bij een paard met opstapangst, eindelijk kunnen opstappen, maar dat nog niet met een wapperende jas kunnen doen. Mocht er toch een keer iets fout gaan, valt het paard terug in een angstreactie, en dat wil ik liever voorkomen, door direct al met die jas te gaan oefenen totdat dat ook zonder problemen kan.

Gebruik van (soort) tuig en manier van trainen/motiveren gebeurt naar behoefte. Iedereen moet oké zijn met wat er gebeurt (het omdoen van een hoofdstel, het geven van druk) of daar wordt eerst aandacht aan besteed. Lukt dat niet, zoeken we een andere manier waarop het wel lukt.

Goed advies voor de ene ruiter of paard is geen goed advies voor de ander. Ook alle paarden zijn individuen waardoor je in vergelijkbare situaties toch hele andere keuzes kan of moet maken. Die individualiteit vind ik heel belangrijk. Daarom is het voor elk paard opnieuw zoeken naar wat past en heb ik geen standaard antwoord.

Als standaard niet (meer) goed genoeg is, dan kom ik je graag helpen!